De Utopie van de vrije markt, Hans Achterhuis

Geplaatst op 22/09/2010 21:05

Bij de naam van Hans Achterhuis proefde ik altijd iets van een bittere smaak in mijn mond. Toen in 1979 zijn boek ‘De markt van welzijn en geluk’ verscheen, werkte ik nog als reclasseringsmaatschappelijk werker en verkeerde ik in een politieke omgeving waar de ‘markt’ meestal nog als een vies woord werd beschouwd. Ik herinner me een PSP-congres in Wijk aan Zee, eind 1985 waar een ideologische strijd werd gevoerd over de mate van socialisatie van productiemiddelen. Achterhuis had de discussie aangezwengeld over de Verzorgingsstaat en zijn centrale stelling was toch wel, dat het welzijnswerk tot afhankelijkheid van mensen leidde in plaats van onafhankelijkheid (heteronomie versus autonomie) Ik herkende wel het één en ander van wat Achterhuis naar voren bracht, maar ik voelde me ook wel ‘verraden’. Ik deed m’n best wetsovertreders een ander perspectief te geven en dan roept zo’n filosoof dat ik daar mensen mee afhankelijk maak.
Later, jaren later, ben ik toch meer waardering voor zijn analyse gaan krijgen. In m’n omgeving kwam ik mensen tegen, die het claimen van geld en voorzieningen bij overheden en zorginstellingen bijna als een natuurlijk recht beschouwden. Daar had ik toch wel moeite mee.
Tot mijn verrassing komt Achterhuis in zijn laatste boek ‘De Utopie van de vrije markt’ terug op zijn eerdere stellingname. Dat vind ik groot van hem. Ik had het boek gekocht omdat ik steeds meer het gevoel had, dat de vrije markt als de normale economische sturing beschouwd werd, alsof het niet ook een ideologie is. Op de achterflap van het boek staat: “Veel mensen denken dat de vrije markt een objectief proces is, dat niemand heeft bedacht en uitgevoerd. Niemand lijkt verantwoordelijk te zijn voor de ideologie en de utopie er achter. Er zou geen ‘kapitalistisch’ manifest bestaan”.
Die tekst sprak me erg aan, en de volgende passage nog meer: “Hans Achterhuis laat zien dat een dergelijk manifest wel degelijk bestaat. Dat is de fascinerende roman Atlas Shrugged (1957) geschreven door een in Amerika zeer invloedrijke filosofe van wie wij in Europa nauwelijks de naam kennen: Ayn Rand”. Dit boek is in de VS na de bijbel het belangrijkste boek van de 20ste eeuw.
In zijn boek ontrafelt en beschrijft Hans Achterhuis het utopisch karakter van het neo-liberalisme. En zoals elke utopie kan die ook in het tegenovergestelde veranderen: een dystopie. Ayn Rand gaat in haar boek heel ver: “ze geloofde in een objectief kenbare werkelijkheid die met de menselijke rede te vatten is, waarbij het volgen van eigen belangen geen subjectieve keuze is, maar objectief gezien de meest redelijke optie”. De mens moet leren dat hij altijd moet handelen met het oog op zijn rationele eigenbelang. In het Atlantis van Rand wordt niets uit betrokkenheid of vriendschap geschonken, alles moet door eigen arbeid worden verdiend.
Vervolgens beschrijft Achterhuis de rol en geschiedenis van de vrije markt. Hij ontdekt dat die nog maar zeer recent ontstaan is. De geschiedenis kent begrippen als ‘gemeenheid’, wederkerigheid, herverdeling, de rituelen van het schenken. Hij toont aan, dat de utopie van Rand een radicale breuk is met alle economische mechanismen die van oudsher het algemene patroon vormden.
Achterhuis keert zich niet helemaal tegen de markt, maar vindt dat zowel markt als overheid als ze te ver gaan aan banden gelegd moeten worden. Die banden komen uit de maatschappij, van de burgers, die in hun rol als kiezer, consument, werknemer, aandeelhouder en buurman meer invloed kunnen uitoefenen dan ze soms zelf denken. Ik vind het een inspirerend en perspectiefgevend boek. Ik werd er ‘opgewonden’ van. Een aanrader!

Inbrenger: Piet Meerdink

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


9 − zes =